December 2007/Januari 2008
Wat vooral in het begin erg belangrijk bleek te zijn, was het feit dat ik mezelf wisselvalligheid gunde. Dat wil zeggen dat ik de aanwijzingen volgde, zoals die bij mij binnen kwamen en dat ik mezelf de ruimte gaf daar zonder schuldgevoelens van af te wijken. Zo besloot ik in eerste instantie geen dieet aan te houden, omdat het belangrijk voor me was om mezelf het beste uit het leven te gunnen. Later stond ik daar anders tegenover. Ik gun mezelf nog steeds het beste, maar stukje bij beetje is er informatie bij gekomen, die ik niet kon negeren.
Naar aanleiding van het boek 'Ik en kanker' heb ik verschillende theesoorten gekocht, waar onder brandnetel, heermoes en goudsbloem. De goudsbloem sprak mij daar bij het meest aan en die heb ik een periode dagelijks gedronken. Ook ben ik ben weer begonnen met het drinken van groene thee. Ook heb ik een poos Maretakthee gedronken.
Ik weet dat brandnetelthee zuiverend werkt, maar na de eerste keer zat ik helemaal onder de uitslag, zodat ik die liever voor mijn plantjes gebruik (het is ook goede mest!).
Ik ben ook wat beter gaan letten op de eetbehoeftes die mijn lichaam aangaf. Ik had opgemerkt dat ik een goed gevoel had bij de combinatie van rijst en noten, met name walnoten en ik begon met het minimaliseren van het eten van vlees. Niet omdat ik dacht dat vlees per definitie niet goed is, maar vanwege de mogelijke aanwezigheid van (groei)hormonen, en aangezien het de bedoeling was dat de groei van de tumor gestopt en teruggedrongen moest worden, leek het me het verstandigst in deze periode het zekere voor het onzekere te nemen.
In de beginperiode kwam ik steeds in aanraking met twee theorieën en ik weet echt niet of de kanker nou een schimmel is (zoals Simoncini en anderen beweren), of het gevolg van het niet goed afbreken van de suikers (zoals de theorie van Lothar Hirneise, die ook door anderen onderschreven wordt). Ik weet in ieder geval dat ik rekening hield met beide. Door het Candida dieet als richtlijn te nemen minimaliseerde ik het gebruik van suiker. Er is een theorie dat kanker zich op suiker voedt, maar ook schimmels voeden zich op suiker. Aangezien suiker niet voor niets de titel "het zoete gif" draagt, kon ik hier met een gerust hart zeggen "baat het niet, dan schaadt het zeker niet".
Eén van de functies van de resonantie therapie is het doden van virussen en bacteriën in het lichaam. Dit kon ik thuis verder ondersteunen door het gebruik van de Zapper. Ik ben, na het lezen van de informatie op de site "kanker is een schimmel", bewust begonnen met inname van een theelepel natriumbicarbonaat in een glas water op de nuchtere maag en een glas voor de avondmaaltijd. Het effect daarvan was een forse reiniging van mijn darmen.
Uiteindelijk ben ik toch maar begonnen met een intensieve reiniging en een vastenperiode van 9 dagen. Eerst dacht ik dat ik me er met een Jantje van Leiden van af kon maken door alleen maar mijn dieet aan te passen. Een intensieve reinigingskuur sprak me niet aan, want ik vond dat ik mezelf geen dingen hoefde te onthouden. Hoewel ik me er dus al die tijd tegen verzet heb, wist ik op een gegeven moment dat het een goede stap zou zijn.
Door de voorgaande stappen had ik mijn 'gewoonlijke' etenspatroon al stukje bij beetje afgebouwd en de vasten periode volgde in plaats van de voorgenomen sapkuur. Toen ik vanwege allerlei omstandigheden er niet aan toe gekomen was om te eten en ik aan het einde van de dag ook nog geen honger had, besloot ik dat dit dag één zou zijn. Het ging op dat moment ook min of meer automatisch, zonder mezelf geweld aan te doen. Tevens werd op deze manier de inname van suikers via andere voedingsmiddelen voor deze periode verhinderd.
Tegen het einde van de negen dagen was ik eveneens negen kilo afgevallen (wat mooi meegenomen was) en mijn smaak was zodanig veranderd dat het daarna geen enkele moeite kostte om het gebruik van suiker definitief te minimaliseren. Ook kon ik mezelf daardoor beter afstemmen of de behoeftes van mijn lichaam.
Wat de uiterlijke reiniging betreft: ik had vooral in de beginperiode ontzettend veel behoeft om onder de douche te gaan, en daar gaf ik dus lekker aan toe. Ook voelde ik veel behoefte om in een bad te zitten, maar daar was onze douchecel te klein voor (dacht ik). Kennissen van ons boden echter spontaan aan om ons hun zitbad te lenen en met wat pas en meetwerk heeft mijn man dat in de kleine ruimte ingepast. Dit bad bleek niet alleen belangrijk voor de reiniging, maar eveneens een goed middel om mijn arme botten te verwarmen.
Willeke
Een uitermate informatief boek op het gebied van reinigen 'tot in je kern' is: Alles over vasten van
Hans van Waning |