Rozenpad
Door Xanthe®
Ik
heb een roos gekregen voor valentijnsdag. Dat klinkt fantastisch,
vind je niet?. Het suggereert dat er iemand in mijn leven is. Zo’n
speciaal iemand waar iedere vrouw van droomt, en die je de moeite
waard vindt om je op valentijnsdag een roos te schenken. Een rode
nog wel. Je weet wel, zo’n mooie, grote, die binnen de kortste keren
wegkwijnt. Zo verging het mij althans, maar achteraf gezien is dat
ook wel logisch.
Van de bijeenkomst in het café, waar ik de roos gekregen heb, naar
het countrydansen, maakte ik nog een tussenstop. Even naar huis
om de roos in het water te zetten en mijn countrylaarsen aan te
trekken.
Terug
naar de roos, want daar gaat het om. De roos zette ik, met lauw
water in een fles, op mijn dressoir. Toen ik een paar uurtjes later
thuis kwam had ze haar kopje al laten hangen. Zo ondankbaar, zo
kwetsbaar was ze. Misschien had ik de steel nog even schuin af moeten
snijden, maar ik had haast en evengoed de tijd genomen om haar water
te geven? Lauw nog wel!
Toen
ik later in de week een gesprek had met iemand over rozen, vermeldde
ik de zeer korte levensduur en werd daarbij meteen op mijn vingers
getikt. Ik zou niet goed voor mijn roos gezorgd hebben. Ik had de
roos inderdaad schuin af moeten snijden en ook nog de doornen moeten
verwijderen. Ergens in mijn achterhoofd wist ik dat ook wel en ik
vertel hier waarschijnlijk ook niets nieuws, dus vanwaar dit relaas?
De clou, ofwel de openbaring zat in de volgende zin: "Hoe
meer je ze beschadigt, hoe mooier ze bloeien." Deze eenvoudige
zin, gesproken met betrekking op de rozen, zette mij aan het denken.
Jezus
sprak in gewone woorden, die een letterlijke betekenis hadden, maar
tegelijkertijd ook een diepere. En zo kwamen deze woorden op mij
over met de diepere betekenis. Door mij te verstaan, omdat ik eerder
in mijn leven een gedicht heb geschreven. Het gedicht wat ik de
naam ‘Rozenpad’ heb meegegeven. Mijn gedicht, mijn liefde, mijn
leven. Mijn strijd in de zoektocht naar ware liefde in mijn leven,
gevat in een gedicht. Nu aangevuld met een extra dimensie, onwetend
gesproken, maar voor mij betekenisvol: "Hoe meer je ze beschadigt,
hoe mooier ze bloeien".
Misschien
is dat wel de achterliggende, onbewuste reden waarom ik mijn roos
niet geheel en al verzorgd in het water zette. Niet alleen omdat
ik haast had, maar omdat deze roos, net als de liefdes in mijn leven,
mij iets te leren had. Deze roos, gegeven op valentijnsdag, was
immers, net als mijn liefdes, niet wat ik eigenlijk had willen hebben.
Een
roos is een roos en het blijft voor mij een mooie bloem, maar net
zoals een roos, gegeven door je geliefde, je hart van blijdschap
kan laten opspringen, zo kan een roos, gegeven als onderdeel van
een optreden, je er ook aan herinneren dat die ene geliefde in jouw
leven ontbreekt. En dit soort herinneringen gaan, of je het nu wilt
of niet, gepaard met oneindig veel hartzeer. Dan roept zo’n roos
tegenstijdige gevoelens in je op. Bij mij tenminste wel. Aan de
ene kant het gemis, wat sterker gevoeld wordt op momenten als valentijnsdag,
aan de andere kant de dankbaarheid voor de schoonheid van die roos
en toch ook het gebaar op zich. Er zijn ook mensen die helemaal niets
krijgen, dus niet zeuren, toch?
Nu
is het niet zo, dat ik doorgaans lijd onder de afwezigheid van die
ene, echte geliefde. Ik functioneer goed en voel me de meeste tijd
gelukkig en tevreden. Eigenlijk is het zo dat ik alles uit het leven
haal wat ik er uit kan halen. Mijn verbondenheid met de kosmos vult
een groot gat. Het voelen van die echte, onvoorwaardelijke liefde,
in en om me heen, is de kracht waarop ik voortdrijf, maar mijn liefdesverdriet
op het vlak van de persoonlijke liefde steekt van tijd tot tijd
de kop weer op, zoals op valentijnsdag.
Een vriend van mij verzorgde een optreden als Troubadour in de plaatselijke kroeg. En aangezien ik doorgaans graag in het
gezelschap van mijn vrienden vertoef, ben ik daar heen gegaan. Ik
was aan de vroege kant en werd op een warme manier verwelkomd. Heel
lief allemaal en ik voelde me echt niet zielig of zo. Het doet mij
goed (ook al ontbreekt het momenteel in mijn leven) om zoveel liefde
om me heen te zien. Het is immers de drijfveer van een nieuwe en
betere samenleving.
Ik
heb ook van het optreden en het ‘daar-zijn’ genoten. Toen het voor
mij tijd was om te gaan, kreeg ik de roos, gekoppeld aan een paar
woorden die ik oprecht waardeerde. Wat dat betreft was de roos een
lief gebaar en was ik er oprecht blij mee. En toch bekroop mij,
of ik het wilde of niet, die middag weer dat gevoel van een gemis,
van verdriet.
Hoewel
ik de rust in en liefde voor mezelf heb gevonden, vond er toch een
ommekeer in mijn gevoel plaats. Van blijheid naar verdriet. Vanwaar
dan die ommekeer, zou je zeggen. Heel vaak sluipt het er subtiel
in, maar voor mij was het keerpunt duidelijk aanwezig. Het was het
moment, waarop mijn vriend het liedje van Herman van Veen ten gehore
bracht. Suzanne. Of ik wil of niet, dit lied doet het elke keer.
Het verwoordt namelijk mijn pijn, mijn onmacht, mijn verdriet.
Ik
ben als Suzanne. Ik ben diegene die zo graag anderen mee wil nemen
naar de overkant, alleen, je moet me wel vertrouwen. En daar ontbreekt
het nogal eens aan: vertrouwen. Waar ik in het verleden teveel aan
energie en vertrouwen in mijn relaties stopte, daar kwam de andere
helft te kort. En steeds als ik het te moeilijk vond om die boot
alleen te roeien, bleek dat die ander niet genoeg vertrouwen had
om met mij naar die overkant te gaan en dat was dan ook meestal
het einde van die relatie.
Mijn verdriet komt voort uit het feit dat ik me tot nu toe heb gedragen
als Suzanne. Suzanne, die er werk van maakte om anderen te overtuigen
en zelfs om te kopen. "Ze geeft je pepermuntjes, want ze geeft je
graag iets tastbaars". Het vreemde is eigenlijk, dat ik, ondanks
dat ik goed alleen kan zijn en dat zelfs van tijd tot tijd ook liever
ben, tot voor kort, ontzettend veel energie stak in anderen.
Alsof
ik onbewust het idee had dat ik anderen nodig had om aan de overkant
te komen. Net alsof ik mezelf niet zag als volledig.
Alsof ik mezelf niet goed genoeg vond om alleen die overkant te
bereiken.
Alsof er een ongeschreven regel is dat men twee aan twee die boot
moet betreden. Alsof het hier om de boot van Noach gaat.
En
in mijn angst om de boot te missen, sleepte ik iedereen in die richting,
waarvan ik dacht dat het een soortgenoot was en voor het gemak ging
ik er van uit dat hij of zij ook naar de overkant wilde. Ik zocht
de ontbrekende dingen van mezelf in die ander en achteraf gezien,
stelde ik het vertrouwen, dat ik niet in mezelf had, in anderen
en kwam daarbij keer op keer bedrogen uit.
Net
als Suzanne was Jezus iemand die anderen de weg wilde wijzen, alleen
je moest Hem wel vertrouwen. En daar ontbreekt het nogal eens aan.
Vertrouwen. Want, zoals ik afgelopen week op een kaartje las: ‘Vertrouwen
is durven leven in onzekerheid’ en wie wil er nu onzekerheid? Zomaar
een kaartje, wat ik ergens zag hangen.
Thuis
trek ik ook regelmatig spreukenkaarten, en vraag me dan af wat die
me werkelijk willen zeggen, vooral als ik ze in eerste instantie
niet begrijp. Een van de kaartjes die ik de laatste keer trok, was
‘Ik ben de schepper van mijn eigen werkelijkheid. Als ik zo krachtig
ben dat ik dit heb kunnen creëren, ben ik ook in staat iets anders
te creëren!’ en zo is het maar net! Als ik me zo volledig met Suzanne
heb kunnen identificeren, wat belet mij dan, mij met Jezus te identificeren?
Jezus heeft zich onder de mensen begeven als voorbeeld. Hij is mens
onder de mensen geworden om de weg naar huis te wijzen. Voor mij
vertegenwoordigt Jezus onvoorwaardelijke liefde en dat is dan ook
de weg naar huis: via onvoorwaardelijke liefde. Voor je Zelf en
anderen..
Ik
hoef echt geen heilige te worden. Ik hoef ook geen Jezus te zijn.
Ik hoef me alleen maar met hem te identificeren. Met zijn oneindige
liefdeskracht, want dat is de manier om aan de overkant te komen.
Daar heb ik niet eens die boot voor nodig. De weg naar huis gaat
op eigen kracht en dat stijgt boven alle werkelijkheid uit. Jezus
ging de weg voor. Hij liep over water, omdat hij in liefde had leren
vertrouwen. En toch, aan het einde ging Hij zijn pad alleen.
Dat laatste stuk moeten we alleen doen. Dat kunnen we alleen als
we zoveel vertrouwen in onszelf hebben, dat we die stap durven te
maken van alleenzijn naar al-een-zijn. Als we durven te vertrouwen
op die kracht, die ieder van ons in zich draagt, zodra wij durven
te vertrouwen op ons Zelf.
Dit
hele relaas, deze hele overdenking is het resultaat van mijn levenservaringen
en wat ik er mee gedaan heb. Dat ik het op deze manier onder woorden
heb gebracht, is naar aanleiding van die ene zin: "Hoe meer je ze
beschadigt, hoe mooier ze bloeien".
Ik zie mijn leven als een pad van rozen. Ik ben mijn omgeving, dus
ik ben die roos. Ik ben kwetsbaar. Ik ben beschadigd. Maar vooral,
ik ben geliefd. De onvoorwaardelijke liefde die ik in mijn leven
ervaar, maakt het mij duidelijk. Ook de beschadigingen zijn met
liefde aangebracht, want daarnaast heb ik ook de benodigde voeding
gekregen. Ik ben van tijd tot tijd op warm water gezet.
Omdat
ik schepper ben van mijn eigen werkelijkheid, heb ik die ene roos
vervangen door een hele bos. Twee bossen zelfs. Ik ben er op uit
gegaan en ik heb mezelf twee bossen witte rozen cadeau gedaan. Witte
rozen, omdat die het symbool zijn van de Universele liefde. Want
witte rozen vertegenwoordigen immers de Christuskracht.
Ik
heb de rozen schuin afgesneden en de stelen van hun doornen ontdaan,
wetend dat ik ze zo de grootst mogelijke kans op overleving gegeven
heb. Het was voor mij meteen een nieuwe les, zoals ik vaker mijn
lessen leer uit de dingen die ik doe. Ik ervaarde, dat dit alles
in liefde moet gebeuren, want toen ik ietwat hardhandig werd, braken
er bij drie rozen de stelen af.
Deze
drie rozen heb ik apart gezet. Drie rozen, want drie is het getal
van de drie-eenheid. Voor mij een extra nadenkertje Doe wat je moet
doen, ook al moet je een ander beschadigen, maar doe het wel in
liefde. Net zoals ik weet, dat de beschadigingen die ik opgelopen
heb, een deel zijn van mijn leven, om te kunnen komen tot waar ik
nu ben.
Ik
had de beschadiging nodig om tot bloei te kunnen komen en "Hoe meer
je ze beschadigt, hoe mooier ze bloeien".
Uiteraard
geldt dit alleen voor de ‘noodzakelijke’ beschadigingen, want een
roos, waarvan de knop afgeknakt is, zal nooit tot bloei komen. Enige
mate van voorzichtigheid is wel gewenst. Mijn advies: wees lief,
vooral voor je Zelf.
kwetsbaar te zijn, zodat je tot bloei kunt komen, maar voorkom onnodige
verwondingen. Verwijder je eigen doornen, want zoals ik in mijn
gedicht al zei:
Als
ik maar onthoud hoe echte liefde is bedoeld
dan hoef ik niet zo nodig meer te weten.....
.....hoe een doorn voelt!
Xanthe®
Er is een aparte Xanthe® site met mandala's, aquarellen, tekeningen en artikelen:
xanthe.diamental.nl
|