Bewustwording
Door Xanthe®
‘Oorzaak en
gevolg’. ‘De wet van resonantie’. ‘Je trekt aan wat je uitstraalt’.
Allemaal van die heerlijk vage termen die je tegenkomt op je weg
van ontwikkeling. ‘Het zit allemaal in jezelf!’. ‘Je kijkt in je
eigen spiegel!. Dat zijn er nog twee. Zo zijn er ongetwijfeld nog
wel meer van die kreten die graag gebezigd worden en die vaak een
min of meer frustrerende uitwerking op je kunnen hebben. Ik weet
in ieder geval nog wel dat het mij overkwam.
Toen ik begon
met mijn bewustwording, dat wil zeggen dat ik ‘aan mezelf
ging werken’, werden deze termen regelmatig naar me toe
geslingerd, alsof iedereen weet wat het betekent en deze uitdrukkingen
geen verdere uitleg behoefden. Die kreeg ik dan ook niet en ik durf
te betwijfelen of de helft van degenen die ze bezigden wel wisten
wat het inhield. Maar ja, dat blijft gissen. Het enige wat ik zeker
weet, is dat ik er dood mee aan zat.
Zelfs de term
‘bewust worden’. Wat is dat nu eigenlijk? Het wordt
zo vaak gebezigd, maar we zijn toch al bewust? Ja, we zijn niet
geheel onnozel. Met bewustwording bedoelen we, ik althans, dat
je na gaat denken over je leven. Over het hoe en wat en
waarom. Je gaat jezelf vragen stellen als "waarom word ik elke keer
geconfronteerd met hetzelfde probleem?" Je wordt je bewust van je
handelingen en de gevolgen daarvan. "Waren we dat dan niet?" Ja,
natuurlijk wel. We zijn ons terdege bewust van het feit, dat als
je je vinger in het vuur steekt, je die vinger brandt. En dat het
verrekte veel pijn doet! Dit is echter bewustwording op kleine schaal.
De wet van
oorzaak en gevolg, want daar heb ik het nu meteen over, heeft betrekking
op grotere schaal. "Karma." Goh, dat ik daar nog niet
aan gedacht had. Karma, dat is ook zo’n mooie term die dan vaak
voorbij komt. Want karma wordt vaak in een adem genoemd met
de term ‘oorzaak en gevolg’. Karma is een soort wet van
oorzaak en gevolg. Alleen hoe die wet nou precies in elkaar zit,
daar zijn de meningen over verdeeld. ‘De wet van oorzaak en gevolg’.
‘Bewustwording op grotere schaal’. Daar begint de ellende allemaal
mee.
Ellende? Ja,
ellende. We kennen niet voor niets de uitdrukking ‘Zalig zijn de
onwetenden van geest.’ Want als je nou eenmaal in die valkuil
van je eigen nieuwsgierigheid trapt, dan lijkt er haast
geen weg terug meer te zijn. Erger nog. Als we eenmaal de smaak
te pakken hebben, vooral in het begin, leven we in een euforische
stemming. We voelen ons en gedragen ons, alsof we de eerste mensen
zijn die het vuur uitgevonden hebben. En aangezien we het zo lekker
warm vinden, gunnen we het iedereen en vallen we iedereen in onze
omgeving lastig met onze pas verworven ‘wijsheid.’ We rennen dan
rond als een kip zonder kop (zo komt het voor een buitenstaander
vaak over) of beter gezegd, als een pyromaan en steken alles in
de fik, waarvan wij denken dat het mooi branden kan.
Levensgevaarlijk,
deze stemming, want je kunt er lelijk je vingers aan branden. Vrienden
en kennissen zullen in het gunstigste geval hun afstand bewaren.
In een minder gunstig geval zullen ze je mijden als de pest. Even
uitkijken met dat vuur, want wie zijn kont brandt moet op de blaren
zitten en geloof het of niet, niet iedereen wil dat. Het goede nieuws
is, dat we vanzelf uit deze euforische stemming, uit deze roes,
terugkomen. De een wat eerder dan de ander. De een wat hardhandiger
dan de ander, maar vroeg of laat gebeurt het. Desnoods zorgt de
omgeving daar wel voor, want je trekt niet alleen aan wat je uitstraalt,
ook het tegendeel daarvan. En net zoals men brand bestrijdt op plaatsen
waar dat ongewenst is, zo zal ook je omgeving zijn maatregelen treffen
om het vuur binnen de perken te houden. En dat is maar goed ook,
want net als een vuurwapen, is het vuur levensgevaarlijk in de handen
van een dwaas.
Hoe dan ook,
voor ieder van ons komt het moment waarop we weer terug bij onszelf
komen. De een zal verder gaan op een wat rustiger tempo, de ander
zal er een poosje niets mee te maken willen hebben. Maar, zoals
ik al zei: er is geen weg terug. Als
je eenmaal je vingers hebt gebrand, zul je dat gevoel nooit vergeten.
Misschien wel het vuur ontlopen. Je kunt het wegstoppen en verdringen.
Dat zul je ook doen, als de eerste kennismaking te heftig was en
jij één van degenen was die zijn vingers flink gebrand
heeft. Maar ja, als jouw innerlijke nieuwsgierigheid je eenmaal
dwingt om te ontdekken, zul je vroeg of laat toch weer de wereld
gaan verkennen en dan kom je automatisch weer in contact met dat
vuur. Want je waakvlammetje brandt.
En je vergeet
nooit dat gevoel van warmte wat je bij het vuur ervaren hebt. Want
in de handen van de wijze, kan het vuur je warmen en koesteren.
En daar zijn we allemaal min of meer naar op zoek. Dat gevoel van
geborgenheid, van gekoesterd worden. We noemen dat liefde. Iedereen
is op zijn manier op zoek naar liefde. Ik zou bijna zeggen:
op weg naar liefde. Tot we tot de ontdekking komen dat we zelf die
liefde zijn. We zijn liefde, alleen weten we dat vaak niet, omdat
we ons er nog niet van bewust zijn. Maar daar waren we ook mee aan
het werk, toch? Bewust worden? De zoektocht naar die liefde, waarvoor
in ieder van ons dat vlammetje brandt? Die Goddelijke vonk die ieder
bij zich draagt op onze reis naar de aarde. De Goddelijke
vonk van onvoorwaardelijke liefde, die onze drijfveer is? Liefde met de hoofdletter L.
In onze zoektocht
ervaren we allerlei soorten van liefde. Het is een soort van warme
deken, die iedereen van tijd tot tijd nodig heeft om niet te verkillen.
Het nadeel is echter dat je in dit stadium afhankelijk bent van
een ander om die deken om je heen te leggen. Elke vorm van liefde,
anders dan de onvoorwaardelijke liefde, is immers een liefde van
buitenaf. Dan kan het ook gebeuren dat je het koud hebt en er geen
deken te vinden is. Of in een ander geval kan het zijn iemand te
pas en te onpas met die deken aan komt sjouwen. Vaak op een moment
dat jij het helemaal niet koud hebt, maar dat ze het zelf koud hebben
en zich op deze manier warmen.
Leuk, als je
het gezellig vindt, samen onder een deken. Vervelend als je bewegingsvrijheid
nodig hebt en deze deken je belemmert in je voortgang. Heel vervelend
wordt het als die warme mantel der liefde, waar zoveel mee bedekt
wordt, te verstikkend wordt of wegvalt. Dan krijgen we het koud,
als die vlam van onvoorwaardelijke liefde niet zo sterk in onszelf
brandt, dat het ons kan verwarmen. Dan moeten we toch iets, want
we zijn niet voor niets warmbloedig en vroeg of laat gaan we toch
op zoek naar warmte. Dan begint dat verlangen in ons te knagen en
gaan we automatisch weer op zoek naar iets anders om ons te warmen
en dan is vuur een aardig alternatief.
Er is een aparte Xanthe® site met mandala's, aquarellen, tekeningen en artikelen:
xanthe.diamental.nl
|