De Onnozelen
Linsky
Onnozel antwoordde ik, " Veronica,...."
om er dan wat aarzelend aan toe te voegen, " Maar het kan ook
de KRO gids zijn "
Mis, helemaal mis!
Geschokt, door zoveel onbegrip, grenzend aan heiligschennis,
draaide zij zich hooghartig van mij af. Dit was haar teveel en ze
was beslist van mening dat haar kostbare tijd, diepe inzicht en
universele wijsheid niet verder verspild mocht worden aan een achtergebleven
Neandertaler op spiritueel gebied. De uitdrukking op haar gelaat
verried dat zij snel besliste om niet haar persoonlijke zieleheil
op het spel te zetten en de eerstvolgende kandidaat eerst maar te
screenen, alvorens te vragen wat zijn Gids was.
Mijn enige excuus was dat ik voorheen
ook al in verwarring was gebracht door de vraag van iemand anders,
die van mij wilde weten van welke ster of planeet ik kwam? Onschuldig had ik geantwoord, " Van de Aarde,...toch?"
Maar ook dat bleek niet juist.
Blijkbaar was deze persoon nog niet erg ver gevorderd
op het pad der 'Spirituele Zoekers' of dat van de 'Lichtwerkers',
want hij verwaardigde zich tenminste nog om een flauw glimlachje
te tonen en mij mede te delen, dat mijn geestelijk ontwikkeling
nog niet van dien aard was dat zij mij in staat stelde om zulke
belangrijke informatie te bezitten en te verwerken. Geruststellend voegde hij er nog aan toe, dat ik
mij beslist geen zorgen hoefde te maken, want dat als ik er klaar
voor was, deze blijkbaar fel begeerde informatie vanzelf wel tot
mij zou komen.
Ik moet bekennen dat deze welgemeende woorden mij
wat meer op mijn gemak stelden en mij even het gevoel gaven dat
ik toch niet geheel en al verloren was, dat er zelfs voor een barbaar
als ik nog hoop was!
Nu was echter wel het laatste restje zelfvertrouwen
verdwenen!
Met 'Gidsen' worden blijkbaar personen bedoeld die vaak al lang
en breed de pijp uit zijn en zich nu nog steeds met het reilen en
zeilen van de achtergeblevenen bemoeien! Soms hebben ze zelfs niet
eens hier op de Aarde geleefd.
Ook hier ging ik weer de fout in, want dat was niet
zoals ik in eerste instantie dacht, uit louter verveling en/of bemoeizucht,
maar had ten doel om de nog levenden op een hoger geestelijk plan
te brengen! Ik beken, een zeer nobel streven! Zeer bekrompen en
kortzichtig van mij om hier iets anders achter te zoeken.
Gevolg gevend aan de goed bedoelde raad van wat
mensen die zeiden het beste met mij voor te hebben, was ik maar
eens naar een 'Spirituele' avond geweest. Men had mij verzekerd
dat daar veel van mijn stomme vragen beantwoord zouden kunnen worden.
Dat waren de plaatsen waar ik zeer waarschijnlijk wel mijzelf zou
kunnen ontmoeten en een hoop wijsheid zou kunnen opdoen. Hoewel
ik niet het gevoel had dat ik op meerdere lokaties tegelijkertijd
aanwezig zou kunnen zijn, wist ik dat van dit merkwaardige verschijnsel
in de parapsychologie wel eens melding was gemaakt. Echter weer
zat ik er mijlen ver naast, want ter plekke werd mij duidelijk dat
ik mijzelf in mijzelf en in anderen tegen moest komen!
Een dame die met wat ongemengde verf een goed doek
aan het verkrachten was, deelde mij ongevraagd mede dat zij natuurlijk
niet zelf verantwoordelijk was voor het resultaat, maar haar gidsen.
Spontaan maar onnozel merkte ik op, dat ik ook schilderde, maar
het altijd zelf deed. Uit haar hooghartige en neerbuigende glimlachje,
maakte ik op dat ik dus niet de 'ware kunst' beoefende. Misschien
omdat ik er mezelf voor verantwoordelijk stelde?
Al met al nogal verwarrend.....
Kijk,.. dat ik me niet kan herinneren wie ik in voorgaande levens
allemaal was, de Keizer van China of een ridder onder Koning Artur,
wel dat is nog daar aan toe, maar dat ik niet eens in het bezit
van een aura en een gids ben is toch wel uitermate ernstig! Daarbij
vraag ik me trouwens af of het wel zo gunstig zou zijn om een hoge
geestelijke of maatschappelijke positie te hebben in het verleden.
Was die 'ik' nu in dit leven dan niet gedegradeerd?! En ook het
feit dat tegenwoordig al die spirituele mensen allerlei energieën
zien en voelen en daarbij de meest merkwaardige ervaringen opdoen,
geeft mij toch wel het gevoel dat het mij aan een en ander schort.
Die avond ging ik dan ook met een natte rug en hoofdpijn
naar bed. Hoezeer ik ook mijn best deed om te slapen, het lukte
niet. Steeds maar weer moest ik er aan denken, wat de oorzaak was
van het feit dat ik zo door de Goden was misdeeld. Waarom zag ik geen energieën en had ik geen
Gidsen?
Ik wilde ook een Gids!!!
Daar had ik toch ook recht op? Ik wilde ook een aura!
Gefrustreerd ging ik uit bed en naar beneden, zette
nieuwe koffie. Daarna ging ik buiten zitten, waar ik een sigaret
opstak. Het was een zwoele zachte avond en ik voelde de verwarring
wijken voor en weldadige rust. De maan was bijna vol en de hemel
was uitermate helder. Sirius stond te schitteren als nooit tevoren
en zelfs de Plejaden waren zeer duidelijk zichtbaar. Mijn geest
dwaalde naar de 'Zeven Zusters', waarbij ik wist dat het er wat
meer dan zeven waren. Zo'n tweehonderd volgens de astronomen en
een nog relatief jonge sterrenhoop.
Ik voelde iets als heimwee. Heimwee....?!..........Krijg nou wat!
Geëmotioneerd stak ik nog een sigaret op en
staarde naar de nevelige vlek met de zes-zeven heldere sterren die
haar markeerden. Het was alsof ze mij wenkten en uitnodigden om
dichterbij te komen. 'Herinner!' 'Voel!'
De woorden drongen zich op aan mijn bewustzijn en
stonden bijna zichtbaar, als met vuur geschreven voor mijn geestesoog. Geschokt ervaarde ik iets wat wel leek op een flashback.
Tenminste, dat is de enige juiste term die ik kan vinden voor wat
er gebeurde. Het was alsof ik weer terug was. Thuis!
Een onvoorstelbaar schitterend landschap van uitgebreide
prachtige bossen, met daarachter lage bergen, watervalletjes en
meren, verlicht door een zachte goudachtige gloed. Maar wat het
meest opviel waren de op paleizen lijkende gebouwen. Alles wat ik
zag was uit zuiver transparant kristal in allerlei diepe volle kleuren
opgebouwd. Op sommige plaatsen volledig transparant maar niet overal.
Het was duidelijk dat daar waar het kristal niet doorschijnend was,
zich privé vertrekken bevonden. Ik wist dat er geen sloten
waren en dat zulks ook helemaal niet nodig was, om de doodeenvoudige
reden dat deze vertrekken door iedereen geëerbiedigd werden,
dat geen enkele entiteit daar binnen zou gaan, als dat niet de bedoeling
was.
Tranen van geluk en de herinnering aan thuis rolden
over mijn wangen. Mijn thuis!
Rondkijkend probeerde ik meer te zien. Ik wilde
graag weten of er iemand was, waar ik mee kon spreken. Het leek
echter wel of ik de gebouwen niet binnen kon gaan. Alsof alles steeds
maar weer van mij afweek. "Het lijkt wel of ik er niet in mag" opperde
ik geïrriteerd.
"Zou best eens kunnen!"
De stem klonk zowel binnen als buiten mijzelf. Ik
keek om mij heen en was niet eens verrast niemand te zien. "Wat zei je?" herhaalde ik half in mijzelf
en half verstaanbaar."Ik zei; Zou best kunnen" herhaalde de stem."Wie en waar ben je?" vroeg ik. "Kijk da's nou het vervelende met jou. Jij wilt altijd van
alles tegelijk weten!" "Hoezo?" "Nou, wat wil je eerst weten? Wie of waar?"
"O, bedoel je dat? Nou dan wil ik eerst weten, wie je bent?""Kweunieveul!"
"Watte?"
"Ben je doof of zo? Ik zeg toch duidelijk; "Kweunieveul."
De stem klonk lichtelijk geagiteerd en de naam werd langzaam, letter
voor letter gespeld. Ik besloot op mijn hoede te zijn. "Nou ja, zo'n naam komt niet dagelijks voor, dus het is van
mijn kant best begrijpelijk dat ik dat niet meteen duidelijk opvang,
hè?" Ik probeerde vriendelijk te klinken.
"Nou alléé dan. Ik wil niet overal
over zeiken" De stem klonk weer wat milder en vrolijk vervolgde
hij " Die naam heb ik gekregen, omdat ik niet erg veel weet"
Het leek alsof ie er bijzonder trots op was!""Hoezo?" wilde ik weten. "Nou, simpel. Ik weet bijna niks! En daarom mag ik jou helpen..Als
een van je Gidsen!""Wa'blief???" Nou brak m'n klomp! "Wat bedoel je?
"Ik weet niks' en 'Ik mag je helpen'?"
"Nu doe je het weer, van alles tegelijk vragen."
klonk het scherp. "En wil je ook wel wat zorgvuldiger mijn
woorden herhalen? Als ik niks wist zou men mij ongetwijfeld Kweuniks
hebben genoemd." En niet zonder trots vulde hij aan "Ik
weet best wel iets hoor..en dat is in ieder geval voldoende om jou
verder te helpen."
Beduusd vroeg ik om een time-out. Ik had even tijd
nodig om mijn verwarde gedachten te ordenen."Luister" zei ik. "Laat me even denken." "Mooi," klonk het tevreden. "Dat kun jij gelukkig
veel beter dan ik, want ik wee-nie-veul. Bovendien heb ik een hekel
aan denken!"
Verwoed trachtte ik de tollende gedachten en vragen
in mijn arme hoofd te ordenen en tot een begrijpelijk overzicht
te komen."Je had het over Gidsen" probeerde ik nog eens. "Je
zei zelfs als ik me niet vergis; 'Als een van je Gidsen.' Hoe moet
ik dat zien?"
"Het gaat al beter met je." Kweunieveul was duidelijk
in zijn sas met de geconstateerde vooruitgang. "Dat was inderdaad
letterlijk wat ik zei. En hoe je dat moet zien, wel...we zijn meestal
met z'n drieën.
"Heu?" reageerde ik schaapachtig.
Onverstoorbaar ging hij verder. "Wij drieën zijn toegewezen
om jou bewust te maken van je zelf" Ik hapte even naar adem. Er schoten weer een aantal
vragen door mijn hoofd, maar deze reis beheerste ik me tot eigen
voldoening en vroeg ingehouden "Wie heeft jullie toegewezen?"
"Jij!" "IK?" "Je hoort me toch? Ja jij, wie anders?"
"Aha," triomfantelijk veerde ik op "waarom weet ik
dat dan zelf niet?"
"Nou, euh ...omdat je misschien dommer bent dan ik, bijvoorbeeld.
Misschien weet je zelfs wel minder dan ik!?" Zijn stem klonk
nogal serieus en argwanend vroeg ik me af wat ie nu weer bedoelde. "Ik bedoel," verduidelijkte Kweunieveul, daarmee te kennen
gevend dat hij een uitstekende gedachtenlezer was " dat ik
dat deel van je vertegenwoordig wat weinig weet. En door mij te
leren kennen is dat voor jou dus de aanleiding om wel iets te weten."
"Maar, maar" stotterde ik "Als jij zo weinig weet,
hoe kan je mij dan helpen? Ik dacht te hebben begrepen dat Gidsen
er juist voor zijn om veel te weten en die kennis over te dragen
op degene aan wie ze zijn toegewezen. Om ons te helpen een beter
mens te zijn en om ons dieper inzicht in onszelf te verschaffen
en te verheffen naar hogere sferen."
Kweunieveul slaakte een diepe zucht van tevredenheid en zei zachtjes
"Kijk da's nou het mooie van jou. Jij weet het allemaal zo
mooi te vertellen. Ik zou het niet kunnen verbeteren."
"Wacht even" viel ik hem in de reden.
"Jij moet mij leren, ik jou niet."
"Waarom niet?" klonk het verbaasd. "Nogal een egocentrische
instelling, niet? Je hebt toch wel begrepen dat je mij daarom hebt
toegewezen?" Even was het stil, ik probeerde de lijn in het verhaal
te ontdekken, maar vooralsnog was het een en ander in totale duisternis
gehuld.
Blijkbaar had Kweunieveul door dat ik zo niet verder
kwam.
Zachtjes zei hij. "Misschien een andere perceptie. Probeer
het eens zo te zien. Veronderstel dat ik toch veel weet. Maar wat
heb jij daar dan aan?" "Nou breekt m'n klomp." Verbaast en lichtelijk geïrriteerd
herinner ik hem aan het feit dat ie naar eigen zeggen deel van mij
is en derhalve weet ik dus wat hij weet. "Punt"
Fijntjes begon hij te grinniken. "Maar daar zit 't 'm nou net
in. Je kunt het wel weten, maar ben je je er ook van bewust?!"
Omdat ik opvloog en weer verbluft neerzeeg, wachtte
hij even alvorens verder te gaan." Kijk, stel nou dat ik je
alles vertel over de banaan. Je zou na een aantal lessen ontzettend
veel over dat ding weten. Zelfs zou je er een dik boek over kunnen
schrijven en er misschien zelfs veel geld aan verdienen. Mogelijk
zou men je gaan beschouwen als de grote bananendeskundige.
Misschien zelfs is er nog wel een leerstoel aan
de universiteit voor je, als Professor in de Bananalogie."
De rede werd even onderbroken omdat Kweunieveul een zacht gegrinnik
niet kon onderdrukken. Blijkbaar kon ie zijn eigen grapjes wel waarderen.
Echter bloedserieus ging hij verder. " Hoewel
er steeds iets zou ontbreken, natuurlijk. Je zou met dat alles nog
steeds niet weten, hoe die vrucht smaakt! De wezenlijke essentie
van het ding zou je ontgaan. Maar omdat ik bij God niets over dat
ding weet, laat ik je zo'n vrucht op eten. Op dat moment weet je wat een banaan is. En ik dus ook. Misschien zit hier wel het
verschil. Of je kiest voor de kennis over die banaan en daar heb
je mij niet voor nodig, of je ervaart die banaan, zodat je weet
wat ie is maar ook hoe die smaakt. Je ervaring is dan volledig,
dankzij mijn onwetendheid, snap je?"
Aarzelend merkte ik op. "Niet helemaal, geloof
ik. Begrijp ik het goed als ik zeg dat je dus beter een Gids kan
hebben die weinig weet, omdat die je daardoor dingen laat ervaren.
Terwijl als je een Gids hebt die veel weet alleen maar kennis op
je overbrengt? "Prachtig." Jubelde Kweunieveul. "Prachtig. Ik wist
wel dat je het snel zou snappen. Begrijp je nu dat hiermee het bestaan
van het onwetende deel van jezelf is gerechtvaardigd? En met welk
doel we onwetend zijn?" "Om uiteindelijk alle dingen te ervaren?" opperde ik voorzichtig.
Het antwoord lokte een nieuwe jubelkreet van Kweunieveul
uit en verdomd ik voelde me nog trots ook. "Luister" fluisterde hij. "Zoals
ik al zei zijn er meer. Daar is nog Lik Me Vessie , QI-Bus en Sjeik Ahme Hoe La." "Met jou er bij zijn er dat dus vier" merkte
ik scherp op. "Je zei 'we zijn met ons drieën'."
Opgetogen repliceerde hij. "Dat klopt niet
helemaal, ik zei "meestal zijn we met zijn drieën". Maar nu blijkt dat je voor jezelf open wilt staan,
zullen er nog velen volgen."
"Het lijkt er veel op dat hun namen enigszins aangeven welke
aspecten van ons ze vertegenwoordigen, is het niet?" opperde
ik voorzichtig. "En dat wijst er op dat ik jullie schep
en jullie mij!" Even was het stil en dan zei Kweunieveul zacht,
" Zie je nu wel dat je veel meer weet dan ik. Je hebt het meteen
door.
Ik ken die anderen alleen van afstand. Het lijkt
me reuze gezellig als we elkaar allemaal goed leren kennen en integreren
als een volledige in balans zijnde entiteit. Daarvoor hebben we
jou juist nodig! Maar luister, voor het moment is het wel genoeg.
Vergeet nooit dat wij er altijd zijn, tot ziens!"
Plotseling was de nacht onnatuurlijk stil en vredig. Diep verzonken in mijn gedachten en verwarde gevoelens,
draaide ik een nieuwe sigaret. Ik schoot overeind en begon te ijsberen.
Ik keek op mijn horloge en zag dat er heel wat tijd voorbij was.
Meer dan naar mijn gevoel was verstreken.
Was het echt? Had ik nu echt met een gids gesproken,
of was het gewoonweg mijn verbeelding? Ik wilde eigenlijk nog wel
wat vragen stellen, maar het was alsof er iets was veranderd in
de energie of atmosfeer om mij heen. In gedachten probeerde ik weer
contact te krijgen maar dat lukte niet. Alsof het gesprek nooit
had plaatsgevonden. Waren het dan toch enkel maar mijn eigen gedachten
geweest? Een innerlijke voice-dialoog?
Vertwijfeld viel ik uiteindelijk toch in een
diepe verkwikkende droomloze slaap, wetende dat de dag van morgen
anders zou zijn!
|