Hallo, Willeke hier...
Vanochtend heb ik lekker lang in bed doorgebracht. Doktersadvies, zullen we maar zeggen, maar niet heus. Ik weet heus wel dat rusten niet per definitie in bed hoort te gebeuren maar nadat ik tot twee maal toe wakker gebeld ben, besloot ik toch nog even lekker te blijven liggen en mijn boek uit te lezen. Het boek handelt over een meisje dat de dood van anderen kan voorspellen, maar super gefrustreerd is vanwege het feit dat ze niet geloofd wordt. Ze reist in oorlogstijd het hele land af om de door haar voorziene dood van haar broer te voorkomen, gesteund door iemand die ‘gezegend’ (of vervloekt) is met hetzelfde vermogen, en blijkt uiteindelijk zelf degene te zijn die de kogel afvuurt waardoor haar broer neervalt (al overlijdt hij daar niet aan).
Zo, even heel kort samengevat, maar waar het hier om draait is het dilemma in hoeverre je dingen kunt voorkomen door ‘in te grijpen’ in het noodlot. Een haast ondefinieerbaar iets, waar we ook van onze levensdagen niet uit zullen komen aangezien je nooit weet (of kán weten) wat er gebeurd zou zijn wanneer je al dan niet ingegrepen zou hebben. We ervaren namelijk alleen datgene dat is….en dat is het Hier en Nu. Ik kan niet zeggen dat het een boek is dat je “moet gelezen hebben”, maar ik herkende er heel veel in, waardoor ik toch blij ben dat ik het gelezen heb. Uitgelezen dus, vanochtend…relaxed in bed, bij gebrek aan een zonnetje buiten, want als de zon schijnt lees ik veel liever uitgestrekt in mijn ligstoel.
Daarna heb ik me op mijn gemak aangekleed en wat post beantwoord, en ik voelde me opgewekt en relaxed en alsof ik de hele wereld weer aan kon. Nou, dat duurde niet lang, want na veel vijven en zessen heb ik besloten toch een afspraak te maken met de niet-door-het-ziekenfonds-vergoed-wordende maar uitgelezen-op-mij-afgestemde spiritueel NLP consulente, wiens naam overigens ook al met een M begint (het barst momenteel van de Mmetjes in mijn omgeving), en heb haar toch maar gebeld, al was het wel met het opstandige gevoel in mijn achterhoofd dat wanneer ze voorlopig geen tijd had, ik er niet aan zou beginnen. M* wist zonder al te veel woorden wie ik was en er waren ‘toevallig’ net twee plekken vrij gekomen, dus ik kon kiezen, morgen of overmorgen. Ik had zelf al woensdag in mijn hoofd, dus koos ik voor morgen, al houdt dat wel in dat ik geheel tegen mijn principes in vroeg mijn bed uit moet. Nou ja, daar kom ik ook wel over heen…
Maar het gevoel! Ik schreef net al dat ik voor ik belde het gevoel had dat alles oké was en ik ‘de hele wereld aan zou kunnen’. (Dat verraderlijke gevoel waardoor ik ook werkelijk denk de hele wereld aan te moeten kunnen, en waardoor ik altijd leeg achterblijf wanneer ik over mijn grenzen treed). Overigens moest ik tijdens het hele lezen van het boek, vooral wanneer er over loopgraven geschreven werd, denken aan de symboliek die paragnost E* van R* bij mij gebruikte. “Iedereen stelt grenzen, de één iets verder weg en de ander dichterbij. Jij niet, jij hebt een hele greppel gegraven, en daar liggen dan al die mensen in”. (Niet voor niets dus, dat ik tegenwoordig steeds terugkom op die koeien die ik uit de sloot wil halen). Tja, het fijne gevoel waar ik het over had; dat was zo over. Ik sprak maar heel kort met M*, maar de liefdevolle manier waarop ze me benaderde zorgde er meteen voor dat ik heel emotioneel werd en nu weer met een brok-in-dekeel-jankerig-gevoel blijf zitten. Grrrrrrrr…… Voel ik me weer eens een keer lekker….
Jankerigheid, daar had ik vroeger ook altijd last van. Opkomen voor mezelf, met daarbij het gevoel dat ik tegen een muur van onbegrip stuitte, had steevast tot gevolg dat ik in tranen uitbarstte, wat uiteraard weer afbreuk deed aan datgene wat ik naar voren wilde brengen (en dan ook geheel niet uit de verf kwam). Ik hulde me voortaan dus maar in een wolk van stilzwijgen, wat niet mijn probleem oploste, maar in ieder geval een schild vormde tegen alle onbegrip. De arts gisteren zei al tegen mij “het valt niet mee om ‘anders’ te zijn in deze maatschappij” en raakte daarmee meteen de kern van mijn probleem. Het enige verschil met vroeger is dat ik het nu niet meer erg vind om ‘anders’ te zijn. Sterker nog, ik ben er trots op, want dit is wie ik ben en ondanks alle problemen, het hebben van K*, het oplopen tegen muren van frustraties, zou ik niet anders wíllen zijn. Want dit is de Willeke (Wil-ikke) die IK WIL zijn…begrepen of niet....