Humor als medicijn
Humor is niet alleen mijn beste
medicijn, maar voor mij op dit moment zelfs de enige manier om mijn hoofd boven
water te houden. Toen ik pas met de diagnose borstkanker geconfronteerd werd,
besloot ik mijn leven anders in te richten. Genieten zo lang ik dat nog kon, en
zoeken naar een alternatieve manier om te genezen zonder daarbij verdere
afbreuk te doen aan mijn lichaam. Ik heb mijn weg daar in gevonden en aangezien
mijn therapie duidelijk aanslaat, ben ik er nog best toe in staat om van het
leven te genieten. Niet langer meer de dingen uitstellen, maar gewoon die
dingen doen die belangrijk voor me zijn. Maar dan kom je op een gegeven moment
toch voor een keuze te staan. Aangezien het ziekenfonds mijn therapie niet
betaalt (stel je voor, een niet
reguliere, relatief goedkope therapie vinden en die ook nog vergoed willen
krijgen, wat háál ik me in mijn hoofd) zijn er keuzes te maken en ondanks
het feit dat ik me tot het moment dat dit feit tot me doordrong geweldig voelde,
merkte ik dat ik weg dreigde te zakken in een herkenbare depressie.
Strijdend tegen onrecht, waarbij
me meeste mensen in mijn omgeving hun schouders ophalen en meewarig zeggen “zo
werkt het nou eenmaal in Nederland”, voelde ik dat ik de strijd begon te
verliezen. Bij strijd zijn er per definitie alleen maar verliezers, vind ik.
Daarom heb ik al die tijd mijn diagnose op positieve manier trachten te benaderen.
Positief Alternatief staat er boven mijn website te lezen en ik strijd dan ook niet
tegen mijn ziekte, maar ik werk aan mijn gezondheid. Een o zo subtiel, maar
essentieel verschil.
Omdat ik door mijn aanpak met
mijn neus op de feiten gedrukt werd; namelijk dat ik verplicht ben mee te
betalen aan steeds hoger wordende ziektekosten en daarnaast ook nog eens mijn
eigen therapie mag betalen, heb ik in eerste instantie het ziekenfonds benaderd
om te vragen de coulanceregeling toe te passen. Dit hadden ze met een beetje
good-will makkelijk kunnen doen. Ik bespaar het ziekenfonds handen vol geld
door niet de reguliere behandelingen te volgen en mijn geneeswijze kost slechts
een fractie van deze reguliere kosten. Optimistisch als ik was, had ik er dan ook een goed gevoel over. De
afwijzing die (voor mij) tegen alle
redelijkheid in ging kwam dan ook als donderslag bij een heldere hemel. Eerlijk
gezegd heeft díe brief meer impact gehad dan de diagnose zelf, en dat zegt
nogal wat. Ik besloot het hier niet bij te laten zitten en via mijn website heb
ik de aandacht op deze onrechtvaardigheid gevestigd. (Belangstellenden kunnen
mijn briefwisseling op www.kanker.diamental.nl nalezen, dus daar zal ik hier niet verder op in gaan).
Ik ging zelfs zo ver dat ik, om
een impasse te doorbreken, een persbericht rondstuurde, waar volgens kenners “geen
speld tussen was te krijgen”. Ha. Niet alleen was er “geen speld tussen te
krijgen”; ik kreeg zelfs “geen poot aan de grond” dus ook dit initiatief ging
als een nachtkaars uit. Terwijl ik steeds bozer en depressiever werd, dreigde de
titel van het persbericht (Huidig zorgstelsel dreigt nagel aan mijn doodskist
te worden) zelfvervullend en dus bewaarheid te worden, maar dan op een heel
andere manier dan ik tijdens het schrijven bedacht had. De meeste schade werd namelijk
aangericht, doordat ik anderen toestond me uit mijn kracht te laten halen. Dit
duurde tot het moment dat ik (o, ironie)
besefte dat ik me beetje bij beetje in een slachtofferrol liet wegdrukken, en
dat feit zou pas echt de “nagel aan mijn
doodskist” worden. Ik was verleid tot
het voeren van een strijd buiten mezelf, omdat ik vond dat ik het recht had op
het maken van mijn eigen keuzes, terwijl ik die keuze in principe al lang
gemaakt had. Ik keerde weer naar binnen
en stelde mezelf de volgende vragen: “wat denk ik te bereiken”en “werkt het?”.
Over de vraag “werkt het” hoefde
ik niet lang na te denken want die kon ik uiteraard direct met een volmondig
“Nee” beantwoorden. De vraag “Wat denk ik te bereiken” had wat meer voeten in
aarde. Want ik was alleen maar bezig met reageren, besefte ik, in plaats van
creëren. Wat dacht ik nou eigenlijk te bereiken? Eerlijke behandeling?
Rechtvaardigheid? Dat er bij het nemen van beslissingen werkelijk uitgegaan
wordt van het belang van de patiënt? Dat degenen die de beslissingen voor ons
nemen oprecht geïnteresseerd zijn in ons wel en wee? Dat deze mensen blij
zouden zijn met werkende therapieën die misschien niet wetenschappelijk
bewijsbaar zijn, maar wel optimale kwaliteit van leven geven? Begint het al op
uw lachspieren te werken? Nou, op de mijne wel. Toen ik besefte dat ik mijn
“bestaansrecht” trachtte te ontlenen aan mensen die alleen maar kunnen denken
in termen van geld en pilletjes (wel chemisch
uiteraard, en liefst niet al te goedkoop) kon ik mezelf de volgende vraag
stellen “wie is hier nu de gek?”
Het antwoord op die laatste vraag
laat ik in het midden, maar het antwoord op de vraag “wat denk ik te bereiken?” wil ik
jullie niet onthouden. Healing. Genezing. Zo niet van lijf en leden, dan toch
in ieder geval van mijn ziel. En het goede nieuws is; daar kunnen deze eigenheimers
in ieder geval niet bij. Ze kunnen zichzelf dan wel oppermachtig wanen en
denken dat ze het recht hebben de plaats van God in te nemen, maar ik besefte
dat ze dit alleen maar zou lukken wanneer ik dat toestond. Ik besloot dat ik niet langer de macht over
mijn leven uit handen wilde geven. Dat was immers ook mijn eerste impuls na het
horen van de diagnose en daar ben ik (al
zeg ik het zelf) best wel ver mee gekomen.
Het lot was mij gunstig gezind, want
nauwelijks had ik mijn beslissing genomen, of ik kreeg een oudere uitgave van Imagine aangereikt, waarvan ‘toevallig’ een
groot aantal artikelen in stonden die juist op dát moment aan mijn
gemoedstoestand resoneerden. Artikelen waardoor ik weer besefte dat er ook nog
een heel andere wereld bestaat. Een wereld die ik begrijp en die mij begrijpt. Ik
las in dat blad ook de oproep over ervaringen met de genezende kracht van
humor. Hmmm, de genezende kracht van humor. Vanaf dat moment flitste vrijwel
continue het beeld voor m’n ogen dat ik voor het eerst zag tijdens een
reconnective healing: een arts die achter zijn bureau zat te schateren van het
lachen. Een arts overigens, met het uiterlijk van Youp van ‘t Hek en daar lag
de sleutel tot mijn genezing, besefte ik!
Zoals altijd zijn dit soort
beelden open voor interpretatie, maar aangezien de andere beelden van diezelfde
healing al snel en als vanzelf hun plekje kregen (in mijn belevingswereld dan, een aangezien het mijn ‘beelden’ waren,
permitteer ik me daar een eigen uitleg aan te koppelen) liet ik dit beeld
van de lachende dokter goed tot me doordringen. Toen ik me loskoppelde van de
emoties en het geheel objectief en met humor ging bekijken, besloot ik dat het
te gek voor woorden zou zijn wanneer ik de macht over mijn genezing in handen
zou leggen van mensen waarvan je wel een redelijke intelligentie verwacht, maar
die zo vastgeroest zitten in hun stramien dat ze reageren met uitdrukkingen als
“dat mág niet”. “Jaha, maar ik voel me beter”. “Maar mevrouwtje, dat kan dan
wel zo zijn, maar dat staat niet in onze regeltjes, dus dat mág niet” of
sterker nog “wat u wilt (euh, leven)
is potentieel gevaarlijk!” Ik besloot vanaf dat moment de macht over mijn leven
weer in eigen handen te nemen en gehoor
te geven aan de gedachten die door mijn hoofd flitsten sinds het lezen van de
simpele vraag of ik (of u, voel u vooral
niet buitengesloten) ervaring heeft met de genezende kracht van humor? Ja
dus, ik wel.
Dit impliceert overigens niet dat
bij mij de kanker verdwenen is, maar ‘genezen’ ben ik inmiddels wel.
Voor de meest actuele onderwerpen kunt u op de link klikken om naar www.positiefalternatief.web-log.nl gaan. |