Ziek zijn tot kunst verheffen
Sommige mensen kunnen ziek zijn
tot een ware kunst verheffen dacht ik vanochtend bij het opstaan….tjee, sinds
ik een begin heb gemaakt aan mijn weblog stromen er allerlei dingen door mijn
hoofd. Wat mij altijd heeft tegengehouden om toe te geven aan mijn roeping om schrijver
of columnist te worden, was de angst voor gebrek aan inspiratie. Nou, momenteel
heb ik daar geen last van maar daar staat tegenover dat deze weblog ook min of
meer ‘vrijblijvend’ is. (Maar duidelijk ook bevrijdend merk ik wel).
De eerste
zin was geboren uit de overdenking dat ik vandaag naar het mozaïeken ‘moet’ en
dat mijn buurvrouw aldaar er vandaag niet bij zou zijn, vanwege controle in het ziekenhuis. Controle voor haar hart want
ze heeft al meerdere malen een hartaanval gehad. Eén blik op haar gezicht wijst al
uit dat ze niet erg gezond is (daar heb je geen dokter voor nodig) maar het
meest beangstigde vind ik dat het ziek-zijn bij deze (overigens best aardige)
vrouw een vorm van 'aandacht vragen' geworden lijkt. In de afgelopen dagen dat ik
daar aanwezig ben geweest heb ik niet anders gehoord dan “hoe erg het wel niet
voor haar is om zo ziek te zijn”. Dat, en het feit dat ze alleen is (hoewel ik vandaag weer hoorde dat er ook nog
ergens een zoon ‘rondslingert’). Eenzaamheid verklaart natuurlijk wel een bepaalde drang tot
kletsen en het vragen van aandacht, maar mensen: hoe veel fijner kan het niet
zijn om te praten over de leuke dingen van het leven? Waarom moet er met de
regelmaat van de klok verteld worden dat je naar de dokter moet. Ik ben er om
te vergeten dat ik (in het oog van anderen) ziek ben…
Op zich is het trouwens wel
interessant te zien hoe creatief iemand kan zijn. Eerst ‘gewoon’ tussen neus en
lippen in vermelden dat je drie hartaanvallen gehad hebt. Reactie of niet, dit
nog even laten volgen met de informatie “hoe erg het wel is, omdat je je hele
leven lang hard gewerkt hebt”. Ik weet het, ik weet het. Ik had haar kunnen vertellen
hoe erg ik het voor haar vind. Liefdevol zijn. Empathish. Bla bla, bla bla. Het
ergste hierbij vond ik dat ik meteen de neiging voelde te vertellen dat ik ook
wat had; K*. ’s Avonds heb ik daar met mijn vriendin lekker uiting aan gegeven.
Dat nanananana gevoel, waar we beiden om moesten lachen. “Ja”, zei mijn vriendin
(of eigenlijk moet ik zeggen, schreef,
want ons contact vindt grotendeels plaats via de MSN) “Je hebt altijd baas
boven baas”. Achteraf ben ik blij ben dat ik niet aan mijn impuls toe gegeven
heb, want als schepje er boven op kwam even later ook nog de informatie dat ze
"ook last heeft van reuma". Dan had ik het toch af moeten leggen…of niet?!
Maar toen ik vanochtend op stond
moest ik er toch even aan denken. Hoe creatief ze er gisteren nog eens op terug
gekomen was. Terwijl het mooi weer was, en geen wolkje aan de lucht, werd me
medegedeeld dat ze even naar de bushalte moest lopen, "want het is vakantie".
Nee, nee, nou niet meteen denken “waar slaat dat op”, want ik wist meteen ‘waar
ze heen wilde’ (op zich al alarmerend
genoeg). Ik hoefde haar ook niet verder aan te moedigen (dat is altijd wel het makkelijke met dit
soort mensen, ze willen hun informatie zo graag kwijt dat ze er zelf wel verder
op doorborduren) …”dan rijdt de bus maar eens in het half uur”. En stel je
voor dat het morgen slecht weer is (nou,
liever wilde ik me dat eigenlijk niet voorstellen) dan kan ik niet op de
fiets, helemaal naar het St. Jozef.
Ja, dat lijkt me een immens probleem,
want het St. Jozef bestaat al jaren niet mee. Tegenwoordig heet dat Máxima,
“maar”, zoals het vrouwtje me toevertrouwde, “ze bleef mooi weigeren het zo te
noemen want voor haar was het nog steeds het St. Jozef”. “Ja”, dacht ik “goed
vasthouden aan oude gewoontes, dan zal het een kwestie van tijd zijn voor
nummer vier op komt dagen”. Maar, ongehinderd door mijn gedachtestroom ging ze
verder: “en ik moét morgen op controle komen, dat is heel erg belangrijk voor
me”. Ja, dat had ik al begrepen, dacht ik terwijl ze in haar tas zocht om een
pakje sigaretten tevoorschijn te halen en er daar “Lekker buiten één van op ging
roken. Gezellig, bij de koffie”. En “god zij dank buiten, want dat hebben we
toch maar mooi voor elkaar gekregen”, zei de buurvrouw aan de andere kant
trots. Daaaaaaaaaaaar ben ik helemaal maar niet op in gegaan. Er zijn grenzen
nietwaar?
Wordt vervolgd...de plicht roept..woensdagmiddag, mooi weer, visje halen op de markt...
Voor de meest actuele onderwerpen kunt u op de link klikken om naar www.positiefalternatief.web-log.nl gaan. |