HET IS DOL FIJN, EEN DOLFIJN TE ZIJN!

Door H.T. de Kroon.

 

 
 

Het was 't zelfde aapje, wat op een zeker ogenblik een nieuwe methode introduceerde om heel snel het zand van het gevallen graan te scheiden.

Zij zeefde het zand met het graan door het te zeven tussen haar vingers en ontwikkelde op een wat later tijdstip, blijkbaar omdat deze methode niet aan haar zin voldeed, een betere manier om lekker schoon tarwe te eten.

Daartoe raapte zij handen vol graan en zand, smeet dat in het water en schepte gemakkelijk de drijvende tarwekorrels van het wateroppervlak!

Goed voorbeeld doet goed volgen.

Als er 100 volgelingen zijn, is er weer een nieuwe evolutionaire mijlpaal bereikt en kunnen de apenfamilies bogen op een intelligentere generatie.*

Uit veel experimenten is gebleken dat deze diersoorten zich enkele honderden begrippen eigen kan maken en kan leren om die op de juiste wijze toe te passen en zelfs indien nodig te anticiperen!

Het is frappant en zeer verontrustend, dat schelden en beledigen daar een sterk aandeel in vindt. Zij worden steeds menselijker!

Overigens vinden zij dat zelf ook, wat heel treffend geïllustreerd werd door een aapje wat na een aantal experimenten en omgang met mensen, uit een serie foto's die van zichzelf zonder enige aarzeling verkoos te leggen op de stapel bij de mensen en die van haar familie met een vies gezicht en een arrogant gebaar op de stapel van haar soortgenoten te smijten!

Het blijkt een eigenaardig en verontrustend vaak voorkomend gegeven dat een beginnend ontwikkelend intellect zich vrijwel meteen arrogant en trots opstelt.

Een en ander duidt m.i. duidelijk op een sterke behoefte van het ontwikkelende zelfbewustzijn aan bepaling van haar eigen positie als autonome waarde, in een nog te ontdekken nieuwe en vijandige wereld en de erkenning daarvan af te dwingen aan de heersende maatschappij, waarbij het van geen belang is of het om mensen danwel dieren gaat.

Feitelijk getuigd arrogantie en valse trots in het algemeen op een dieperliggend minderwaardigheidscomplex, om de doodeenvoudige reden dat een wezenlijk zelfbewustzijn, zichzelf en positie kent, zodat er geen enkele noodzaak bestaat tot erkenning van wat of wie dan ook, buiten zichzelf.

* Het honderdste aapje...Een in de wetenschap veel gebruikte uitdrukking om een bepaald of onbepaald kritisch getal aan te geven, waarbij nieuwe kennis blijkbaar toch overgebracht wordt op elders levende soortgenoten, die door geografische factoren, geen enkele mogelijkheid tot communiceren hebben. Dit soort verschijnselen ondersteunt natuurlijk de idee m.b.t. de morfogenetische velden van R. Sheldrake.

Een student van Bach vroeg hem eens hoe hij het beste een prelude kon schrijven. Daarop antwoordde de illustere meester, dat hij beter eens kon beginnen met een volksliedje te componeren.

Gepikeerd merkte de student op dat Bach zelf al op zeer jeugdige leeftijd al preludes en fuga's 's schreef.

Waarop Bach fijntjes repliceerde;" Da's waar, maar ik vroeg niet aan een ander hoe ik dat moest doen!"

Misschien staan ons nog de nodige apen-concerten te wachten al dan niet gecombineerd met een dolfijnen-operette, waarbij het geheel dan uiteraard gecomplementeerd dient te worden door een serenade van trompetterende olifanten.

Deze dieren zijn namelijk al even erg! Met name dolfijnen in het bijzonder.

Toen de fysicus Carl Sagan eens een dolfinarium bezocht liet een van die beestjes zich lekker door hem op zijn buikje kriebelen. Snel stoof ie weg en kwam even later terug voor nog een behandeling. Echter nu bleef hij een centimeter of 10 onder het wateroppervlak. Sagan niet de flauwste, rolt zijn mouw op en streelt onder water de buik van het dier. Dat herhaalt zich enkele malen, waarbij het beest steeds lager onder de oppervlakte zijn buikje aanbied.

Tot op het moment natuurlijk dat Sagan weigerde omdat het hem nu toch te ver en te diep ging.

Het dier keek hem diep in de ogen, dook weg, nam een aanzet en tot ontsteltenis en schrik van Sagan, dook hij met geweld op uit het water en toornde hoog boven hem uit, terwijl hij schreeuwde; " MEER!"

De enige die niet diep onder de indruk bleek was de oppasser, die terloops opmerkte: "O, ze kan er nog veel meer hoor!"

Door middel van vele experimenten in allerlei soorten en vormen is vast komen te staan dat dolfijnen over een enorm hersenvolume beschikken, ongeveer vijf tot zes maal zo groot als dat van de mens, die ze dan ook nog eens goed weten te gebruiken.

Over het algemeen worden het aantal en de gecompliceerdheid van de hersenwindsels in relatie gebracht met het mogelijke intelligentieniveau, benevens het aantal neuronen. Uit de verzamelde gegevens blijkt duidelijk dat de dolfijn zonder twijfel op zijn minst als gelijkwaardig aan de mens kan gelden.

Het wekt dan ook geen verbazing dat ze nieuws- en leergierig zijn, waarbij ze met een onvoorstelbaar gemak en speelsheid de nieuwe kennis in zich op nemen, zodat duidelijk is dat ze een enorm plezier hebben bij alles wat ze leren.

Daarnaast zijn deze dieren behept met het vermogen om heel snel de ernst van een gegeven situatie in te schatten, terwijl ze even snel door hebben wanneer ze voor het lapje gehouden worden, iets wat ze niet altijd weten te waarderen.

Als het ze ernst is, laten zij niet met zich sollen.

In dat geval zijn ze niet te flauw om wraak te nemen, door b.v. met hun lichaam te stoten of zelfs flinke klappen met de staart uit te delen.

Ook is gebleken dat zij zich heel bewust zijn van het verschil in 'zijn' en de benadering tot elkaar, wat voor mens en dier uiteraard geheel verschillend is.

Met een verbazende blijmoedigheid proberen zij ook zelf deze verschillen te nivelleren.

Het schijnt dat zij ook over een formidabel geheugen beschikken, wat blijkt uit experimenten met reeksen lettergrepen en begrippen die ze feilloos herhalen, waarbij ze ook nog eens een zeer scherp onderscheid weten te maken tussen eventuele fouten en of vergissingen van de persoon die met hen communiceert.

Wat dat betreft kunnen we nog veel van ze leren, zeker gezien het feit dat die dieren erg lang met elkaar kunnen communiceren, zonder elkaar in de rede te vallen.

Bij dit alles zijn de verhalen gestaafd door bewijzen en getuigen legio, over het redden van mensen in nood, door dolfijnen.

Vaak duiken zij op in rampgebieden die normaliter niet tot hun territorium behoren, om reddingsbootjes naar andere schepen of de kust te duwen. Of ze hijsen een verzwakte drenkeling op hun rug om hem op die wijze alsnog in veiligheid te brengen.

Dat zij ook over een bijzondere originaliteit beschikken blijkt uit de spetterende shows die ze geven, om de aandacht van andere schepen te trekken wanneer dat nodig blijkt.

Vreemd is het dan ook helemaal niet, dat veel onderzoekers steeds meer en meer overtuigd raken van het feit, dat dolfijnen middels een zekere ethische code gekoppeld aan een buitengewoon groot intellect, van nature hoogstaande entiteiten moeten zijn, met de esoterische kwalificatie's als, hoog ontwikkelde mediamieke, meditatieve en geestelijke vermogens.

Daar komt dan nog bij, dat zij niet alleen leren van de mens, maar wij zeker zoveel van hen!

Persoonlijk ben ik jaloers op de uitbundige, plezierige en ontspannen sfeer waarin hun speelse maar intensieve en intellectuele activiteiten plaatsvinden.

Joan McIntyre van Project Jonas, ( ter bescherming van de dolfijnen.) sprak het sterke vermoeden uit, dat de geest van de dolfijn een ruimere en vrijere speelplaats biedt dan de menselijke geest, waarbij ze het verband zag tussen het nieuwe wereldbewustzijn en de toenemende belangstelling voor communicatie tussen mens en dolfijn.

Door hun evolutionaire vorm en leefmilieu zijn deze dieren natuurlijk aan enorme beperkingen gebonden.

Een en ander staat dan ook niet toe dat ze machines en apparaten ontwikkelen om b.v. mee naar de sterren te reizen en om het universum te exploreren.

Wie zegt echter dat ze dat niet doen!?

Wij zouden ons voor kunnen stellen dat hun zelfbewustzijn door een evolutionair verleden dermate volwassen is, dat zij met een deel daarvan deelnemen aan de schepping, middels het existeren in een vrij dolfijnen lichaam.

Daarbij is dan helemaal niet uitgesloten, dat ze in hun geest heel goed in staat zijn tot reizen in sferen die voor de mens vooralsnog ontoegankelijk gebied vormen.

Zonder raketten en apparaten, die ons zoveel competitie, geld, energie en frustratie's opleveren.

Het ligt allerminst in mijn bedoeling de door mijzelf herkende en erkende waardigheid alsmede het geestelijke hoogstaande niveau van de dolfijnen omlaag te halen.

Toch moeten wij naar aanleiding van de ontwikkelende tendens tot dolfijnen verering, proberen het een en ander in een juist perspectief te plaatsen.

Vanuit de esoterische traditie worden dolfijnen beschouwd als zelfbewuste entiteiten die met een deel van hun bewustzijn existeren is het visselichaam, om op deze wijze expressie te geven aan enkel positieve transformatie van materiële energie.

Door het opgeven van hun vrije wil en de keuze om met 'n dergelijke beperking in hun expressie mogelijkheden te leven zijn zij nog enkel in staat om op een natuurlijke wijze, zonder enige negativiteit, energie van hogere kwaliteit te produceren, ten dienste van moeder Aarde.

Over het algemeen zou men kunnen stellen dat het verschil tussen mens en dier bepaald word door het feit dat een dier door de constructie van zijn hersenen en lichaam enkel in staat is tot een beperkte mate van bewustheid ( primitief en instinctmatig ), terwijl de mens juist door zijn onbeperkte geestelijke mogelijkheden en door de evolutie heen vervolmaakte lichaam en hersenen een zeer hoge mate van zelf-bewustzijn kan ontwikkelen!

Hoewel hier natuurlijk niet mee gezegd is dat elk mens deze aspiraties koestert.

In tegenstelling tot ander dieren is bij de dolfijn een bepaalde mate van zelf-bewustzijn aanwezig, omdat juist dat aspect ( bewuste zelfbeperking ) de energie omzetting een hogere kwaliteit verschaft!

Het is evenwel een grove fout, te veronderstellen dat dolfijnen een groter zelf-bewustzijn bezitten dan de mens en dat zij daardoor verheven zijn tot levensvormen die aanbeden moeten worden.

Het is juist in de talloze vormen van de evolutieketen die de incarnerende ziel doorloopt dat zij de scheppings-ervaring opdoet en tenslotte de vorm van het menselijke lichaam kiest, als ultiem instrument en tempel, om op de meest volledige wijze uitdrukking te kunnen geven aan haar diepste innerlijke en heilige Wezen.

Daarin kan dan ook het meest exclusieve en kostbaarste geschenk tot haar recht komen; de vrije wil!

Juist die vrije wil en het bewustzijn daarvan, vormt het verschil tussen mens en dier waarbij inbegrepen de dolfijnen!

In principe zouden dolfijnen als engelen kunnen worden beschouwd.

Beiden zijn wezens die op een bepaald bewustzijns-niveau enkel en alleen uitdrukking kunnen geven aan a.h.w. voorgeprogrammeerde expressie mogelijkheden, die verstoken van elke vorm van negativiteit, enkel een positieve en heilzame werking kunnen hebben op mens en natuur.

Echter in hoofdzaak gericht op de doelstelling, negatieve effecten van de natuur zelf en uiteraard die van de menselijke samenleving zo veel als mogelijk te neutraliseren en/of om te zetten in hogere positieve energie.

Zij hebben gewoonweg niet de mogelijkheid om ook maar iets verkeerd te doen, omdat zij werken doormiddel van een hoogstaande energie, met autonome beslissings-bevoegdheid. Hun verdienste in natuurlijk onmiskenbaar en respectabel, evenals die van de overige natuurverschijnselen, planten, dieren en de elementen. De grote verdienste van deze dieren is dat ze ongetwijfeld een ruimere mate van reflectie bezitten dan de overige dieren. Zij appelleren door hun geprogrammeerde dienstbaarheid en grotere mate van intellect t.o.v. de dierenwereld, aan de Goddelijke frequenties die in de mens altijd al aanwezig waren en zijn, doch vaak niet worden herkend of erkend!

Voor we dus op de knieën vallen en aan dolfijnen verering gaan doen, lijkt het raadzaam eens het een en ander in 't juiste perspectief te plaatsen en daarbij te overwegen wat de gevolgen zouden zijn, als een menselijke geest terecht zou komen in het brein van de dolfijn.

Het is dan te hopen dat er onder hen zijn, die voor psychiater hebben gestudeerd!

Toen Christus het verhaal van de verloren zoon vertelde, moet Hij beslist hebben gedacht; "Als er geen dolfijnen zijn, moet ik ze alsnog uitvinden."

Deze parabel vormt een perfecte illustratie en metafoor m.b.t. de context van dit artikel.

Daar, waar de ene zoon verkiest bij de Vader te blijven, maakt de ander gebruik van zijn recht om buiten in den vreemde, ervaringen op te doen.

Hij gaat uit vrije wil en komt t.z.t. ook weer terug uit vrije wil!

De Alziende en Wijze vader weet en begrijpt natuurlijk dat er op zo'n tocht veel zal gebeuren wat niet altijd controleerbaar en beheersbaar zal zijn.

Om het avontuur ten volle te kunnen ervaren en genieten is de Vaderlijke inmenging niet altijd nodig of zelfs gewenst.

Daarbij komt het feit dat de hele onderneming uiteraard enkel kan plaatsvinden, onder bepaalde condities en met een aantal stringente noodzakelijke en onvermijdelijke beperkingen.

Niet omdat God het zo wil, maar enkel volgend uit het feit dat enkel in God zelf, alles volledig is!

Het is duidelijk dat geen verschil bestaat in de Liefde voor de zoons, omdat er van vrije wil geen sprake zou zijn, als een bepaalde keuze afgestraft zou worden.

De waarde evenwel van de ervaringen die de vrijwillig terug gekeerde zoon heeft opgedaan zal het Grote Totaal aanzienlijk verrijken en hem zelf tot een autonoom aspect van de Vader hebben gevormd.

En de zoon die thuis bleef bedacht;

" Misschien ga ik ook nog ooit.... Het lijkt me dol fijn om een dolfijn te zijn!"


 
 

Vraagt de ene dolfijn aan de andere; "Wat vindt jij van het menselijke verstand?"
Antwoord de ander; " Dat zou een goed idee zijn!"

Terug naar vorige pagina